Tajemná Núbie

In de jaren 1961-1965 hielp het Tsjechoslowaaks Egyptologisch Instituut bij de Unesco-campagne om de Nubische tempels te redden die zouden verdwijnen door de bouw van de Hoge Dam bij Aswan. In totaal ontdekte het team vijf begraafplaatsen, zeven rotsgraven, een reeks Romeinse wachttorens en één steengroeve. Als onderdeel van het epigrafisch onderzoek werden 243 rotsinscripties en ruim vijfduizend rotstekeningen en -schilderingen gevonden. De Egyptische regering schonk een deel van de vondsten aan Tsjecho-Slowakije, gewoonlijk in depot.

Te zien is een unieke reeks rotsinscripties die de brute praktijken van Egyptische troepen aan het begin van de 12e dynastie (20e eeuw v.Chr.) tegen de lokale Nubische bevolking beschrijven, evenals fragmenten van doodskisten uit de tweede helft van het 2e millennium en de prachtig versierde productie van Nubische pottenbakkers. De complete grafuitrusting van Kenamon uit het hoogtepunt van de 18e dynastie (15e eeuw v.Chr.) werd geleend van kasteel Kynžvart, inclusief twee bogen die een symbool waren van Nubië (“Het Land van de Boog”). Kenamon werd begraven in een zwarte kist, rijkelijk versierd met goud uit de Nubische mijnen.

De tentoonstelling is open sinds 11 juni 2024.
Tentoonstellingsinformatie van het museum

Beeld van de museumwebsite, fotoarchief van het Nationaal Museum